Het instroomniveau is voor elke basiscursus anders. Kijk bij het aanbod hieronder om te kijken wat de instroomeisen zijn.
Aanbod
Klik op de cursussen voor meer uitleg.
> Het organiseren en herkennen van zorgInschrijvenCursusdata
Deze basiscursus is geschikt voor
zorgmedewerkers die minimaal de
Verzorgende niveau 3 opleiding
hebben gevolgd. Tijdens deze
cursus leer je het bepalen van een
bloedsuiker en het toedienen van
insuline.
Aan het einde van de module kun
je:
zorg herkennen en
organiseren
Je hebt de volgende doelstellingen
bereikt:
je kunt weergeven in welke
groepen de zorg is ingedeeld
je kunt weergeven hoe de zorg
gefinancierd is
je kunt weergeven welke rol het
CIZ heeft
je kunt weergeven welke
verschillende zorgdisciplines er
zijn
je kunt weergeven wat kwaliteit
van zorg is
je kunt weergeven welke wetten
een rol spelen bij het werken in de
zorg
je kunt weergeven welke
zorgcompetenties je als
zorgverlener nodig hebt
je kunt weergeven wat
zorgdoelen zijn
je kunt weergeven wat
vraaggerichte zorg is
je kunt weergeven wat een
zorgleefplan is
je kunt weergeven waarom
werken met een zorgleefplan
belangrijk is
je kunt weergeven welke
gegevens je opneemt in het
zorgdossier
Aan het einde van de module
beheers je de volgende
vaardigheden:
je kunt zorgdoelen
formuleren
je kunt een zorgleefplan
schrijven
> Het toedienen van medicijnenInschrijvenCursusdata
Aan het einde van de module
kun je:
zelfstandig medicijnen
toedienen
Je hebt de volgende
doelstellingen bereikt:
je kunt weergeven welke
medicijnkennis nodig is om
medicijngebruik te kunnen
controleren
je kunt weergeven welke
medicijnkennis nodig is om
medicijngebruik te kunnen
registreren
je kunt weergeven in welke
situaties geneesmiddelen per
inahaltie, injectie of infuus
worden toegediend
je kunt weergeven waarom
controle op het toedienen van
medicijnen essentieel is
je kunt op
verantwoordelijke wijze
medicijnen toedienen
Aan het einde van de module
beheers je de volgende
vaardigheden:
het toedienen van
medicijnen per os
het toedienen van
medicijnen via de slijmvliezen
(druppels, zalven of spray in
oog, oor of neus)
het toedienen van
medicijnen via de luchtwegen
(inhalatie)
het toedienen van
medicijnen rectaal of
vaginaal
het toedienen van
medicijnen via de huid
(zalven, crèmes en pleisters)